vrijdag 23 januari 2015

GOD bestaat niet maar jij wel.

Erik

Je rimpels, je glimlach, je streken, je woeste krullen
je haartjes op je arm, je stoute gedachten
je trots, je grote gelijk, je zin in mij
Je zwijgen, je weglopen, je falen, je gevecht
Het inzien en terugkeren, je warme hand op mijn knie
Je wijsheid, je zorgen, je zuipen, je zachte zoenen
genieten, vergeven, je ontziet en oordeelt niet
Je pakt de dag, je juicht, je schuilt, huilt,
en kruipt geruisloos weg, pijn is ondeelbaar, pijn is een grot
ze belichten je borst, je straalt chemo en zon
je slikt, knikt, het vliegt je naar de strot
je klaagt niet, je grijpt de tijd bij z’n lurven
alles is alles en meer en wel nu
je rijkt ons de maan, je draagt ons verdriet
je zwijgt want je weet alles draait om z’n as
onomkeerbaar en snel, de natuur is ongewis
het is morgen, het is nu, het is geleden
je glimlach, je streken, je geur, je sporen lossen langzaam op
elke cel in mij is doordrongen van jouw sterrenstof
GOD bestaat niet maar jij wel
je bent dichter, dichter bij mij dan ooit

dinsdag 15 april 2014

rouw XII

Alibi


Een jaar later loop ik mank met 1 been door de kamer vol herinneringen
scherven glas op de grond, ze spiegelen in de zon, het is een puzzel

die naadloos past bij ons, dit moet zo blijven liggen, roodwitlint, niet aanraken, sporenonderzoek moet uitwijzen wie de doodsteek gaf aan de liefde en waarom.

zaterdag 22 februari 2014

Rouw XI

Sub Rosa


Boom geveld
Gekapt en gestript
Ontdaan van takken
Zonder uitweiden
Bijvoeglijke naamwoorden
Een stapel papier
rozen bloeien
snoeien liefde
snoeren letters
knappe koppen
met goed fatsoen
lees woorden
verkeerd om

niet dyslectisch
geen HaDeHaDe
slechts de waarheid
vat de horens
samen
van een zwart-witte koe
slaat met staart
tegen de tand
des-tijds
een pagina
spiegelt oneven
getallen,gevallen
van overmoed

inkt vloeit
rijkelijk
de dader vlucht
maar de kaft
omsluit het geheim
van de zoveelste
druk
tussen de regels
vallen spaties
in het bos
mos bedekt
de waarheid
een diepe kuil
fluistert hertje
het is stil
zand erover

snaveltje toe

woensdag 23 oktober 2013

Rouw X

Huiselijk geluk


Ik struin langs bomen en paden zie blaadjes dwarrelend licht
Het water beukt tegen de kade maar dijken breken niet
Wolken pakken samen en laten de omgekeerde wereld zien
Ik voel de zachte oktoberwind als een streling van jouw hand
Wonderbaarlijk hoe de weg voor me, zo openligt.

Een stuwende kracht drijft me voort en maakt dat ik loop
Dat ik zoek naar de liefde naar jou naar hoop
Die is gaan liggen als een storm door jouw dood
Ik struin langs struiken vol rozen vol bessen en blauw
Die oplossen als de ochtenddauw in jouw silhouet
Een warme adem uitgeblazen in ons bed

ik ren door het gras over daken over hoe we spraken
hoe we zaten hoe we samen een front waren
een huis bouwden voor ons gezamenlijk zwijgen
dromen die stranden en niet uitkwamen
maar nimmer nalaten schoonheid te omarmen
en te beseffen dat wij dat waren

een stuwende kracht drijft mij en dat ben jij
jouw zijn is in mijn lichaam gekropen
mijn hart is omgesmolten tot iets groters
een plek waar je alleen maar van kan dromen
waar je kan wonen in totale eenzaamheid.

donderdag 26 september 2013

Rouw IX

Hart


het hart
dat klopt
de stilte
die komt
en maalt
en faalt
en slaat
en staart
een navel
een klok
een bed
een tafel
niet dekt
tikt weg
maal- tijd
niemand
die belt
voorbij
over en uit
het leven
pakt op
ebt weg
ga door
moet jij
sta op
jij hart
jij mij
zij aan zij
nu ik
denk jij

zaterdag 14 september 2013

Rouw VIII

Zak en As



Ik kom jouw kant op
Rij richting de plek
Waar je lichaam stopte
In een oven vol vuur
Smeulende resten
Verbrand in een uur
Gloeiende kolen
Laaien nog even op
Je fluistert in mijn oor
Ik wil nog door
Ik schreeuw JA
En de raven krassen
En lijken draaien zich om
In hun graven
We liggen hier in stilte
Hou je mond
Er is hier geen weg terug
Dat weet je toch?
Nu het nog kan
Draai je om

donderdag 5 september 2013

Rouw VII

ENGEL



Je had het beloofd
Je zei het nog zo
Ik ben niet weg
Kijk over je schouder mee
Laat je niet alleen
Dwalen in het bos
Of in een huis
Zonder ziel
Te groot om te wonen
Te klein voor het verdriet.


Hoog in de lucht
Geef je me vleugels
Bergen worden heuvels
Een stad wordt een gehucht
Geen vragen, geen gevaren
Uitroeptekens in de lucht
ik zweef boven de waarheid
zie de lichtjes in de verte
onze liefde licht op

We duiken onder
in een peilloze stilte
een diepe oceaan
een vloed van golven
zuigt me naar beneden
kolkende stromen
trekken me weg
tegen de klippen op
til je me op

Daar lig je mijn engel
Op je hoofd een kroon
Van gevlochten lelies
In een zee van bloemen
staat je houten kist
Splinters trekken sporen
In de handen die je dragen
Van jouw geschiedenis
Je hebt alles gegeven
Tot het laatst aan toe
Blauwe regen overspoeld
Je lichaam, je moed
gestold voor eeuwig
In het voorjaarslicht